Spanning is een term in de electronica. De grootheid is U en de eenheid van spanning is V van Volt.

Als je in de rij bij een concert staat, dan staan ze van achteren tegen je aan te drukken, in de hoop dat het sneller gaat. Je voelt dan de druk om naar voren te gaan.

Een andere vergelijking is de hoeveelheid druk die op een fietsband staat. Met een fietspomp pomp je er lucht in. De druk in de band zal steeds hoger worden. Totdat de druk zo hoog is dat de band knapt. De druk in een fietsband is 4 tot 6 bar. Een waterleiding heeft rond de 2 bar druk.

In de electronica is er eenzelfde druk. Als we een voedingsbron hebben, bijvoorbeeld een batterij, dan zal die voor druk zorgen. De batterij wil de electronen wegduwen. Deze druk zorgt ervoor dat de elektronen gaan bewegen.

Een batterij, accu en ook de dynamo op je fiets leveren een elektrische spanning. Zolang deze redelijk constant is noemen we dat een spanningsbron.

Soms kom je het woord spanningsverschil tegen, dat is een verkeerde term voor het, wel juiste, begrip potentiaalverschil.

Een spanningsbron heeft een plus en een min kant. Het is mogelijk om meerdere spanningsbronen in serie te schakelen. De totale spanning is dan de som van de spanning over de verschillende spanningsbronnen.

Spanning-totaal = Spanning1 + Spanning2 + Spanning3 ... Spanning-n

n geeft hier aan hoeveel spanningsbronnen er zijn.

Door batterijen in serie te plaatsen, kun je een hogere spanning krijgen. Dit zien we vaak terug bij de bekende staaf batterijen, de AA of AAA. Door deze kop-op-kont tegen elkaar te leggen, leggen we die in serie. In een lange lijst. Hierdoor krijg je een hogere spanning.

1 batterij van 1,5 volt en 1500 Mah 
2 batterijen in serie geeft 3,0 volt en 1500 MAh.
3 batterijen in serie geeft 4,5 volt en 1500 MAh.
4 batterijen in serie geeft 6,0 volt en 1500 MAh.

Let er hier wel op dat je kop-tegen-kont legt. Dus de + tegen de -. Als je de batterijen bijv kop-tegen-kop of kont-tegen-kont legt dan zal de levensduur van de batterij aanzienlijk verkorten.

Het is ook mogelijk om batterijen met een verschillende spanning te gebruiken, de soms blijft dan gelijk

Spanning-totaal = Spanning1 + Spanning2 + Spanning3

Spanning = 12V + 6V + 2V = 20V

Als twee componenten parallel zijn aangesloten, dan is de spanningsval over beide hetzelfde. In een parallelschakeling is de spanning voor alle elementen gelijk.