Sommige mensen hebben hun peertjes liever wit. Vervang dan de rode door witte wijn.

Zelf vind ik het altijd leuk als de bovenkant (bij het steeltje) nog wat wit is. Snij daarvoor na het schillen de onderkant iets plat, zodat de peertjes rechtop kunnen staan. Zet de peertjes mooi naast elkaar en vul dan de pan tot de gewenste hoogte. Let op dat de witte delen harder blijven.

Probeer peren te vinden met dezelfde afmetingen.

• 1 kilo stoofperen
• 200 milliliter rode wijn
• 1 eetlepel citroensap
• 2 theelepel kaneel
• 100 gram suiker

• Schil de peertjes, laat het steeltje eraan zitten. Liefst ook het blad!
• In een pan naast elkaar zetten
• Wijn, citroen, kaneel en suiker toevoegen
• Breng naar de kook (niet koken!) en draai het gas laag
• De peertjes 3 uur laten sudderen net niet aan de kook, met de deksel erop
• Kijk geregeld om te zien dat de pan niet droogkook. (Pas op de deksel is heet!)
• Een theelepel suiker oplossen in een bodempje water
• Hier de peertjes op het einde mee besmeren

Eventueel kun je aan het vocht een eetlepel maizena toevoegen, om het vocht te binden. Hiervoor moet je het vocht eerst verwarmen, voordat de peren erbij gaan

De peertjes kun je zowel koud, lauw als warm eten