Iedereen kent ze wel, die grappige ronde bootjes met die dikke rubberen rand. Je komt ze in de grotere pretparken tegenwoordig overal tegen, zelfs Disney heeft nu eindelijk hun eerste raft baan, in Animal Kingdom in WDW, Orlando.

Deze vorm van amusement is bedacht door de directeur van Six Flags over Texas. Deze zat eens naar de olympische spelen te kijken op TV. Daar had men een kunstmatige rivier nagemaakt, zodat de kanoërs hun kunstjes konden doen. Hij bedacht dat zo een attractie perfect in het eigen park zou passen. Na contact met Intamin opende enkele jaren later daar de allereerste Raft attractie ter wereld.

Er zouden er nog velen volgen, de Pirana in de Efteling, welke op sommige stukken zo breed is dat je al dobberend aan de zijkant kan komen en je geen idee hebt hoelang je daar zult blijven drijven. De Never ending Story waterbaan, in Warners Brothers Movie World in Duitsland, die erg hard gaat en ook heel erg gethematiseerd is. En niet te vergeten de Rio Grande in Six Flags Belgium,die al jaren de grootste baan ter wereld is.

Zoals je wel door zult hebben stap je in een bootje, je dobbert een rondje, en je komt vervolgens weer op het beginpunt uit, waar je weer uitstapt.

Er zijn veel mensen denken dat het dan ook dat het een grote ronde lange rivier is. En hier zit hem nu de truck dat is niet zo.

Het is een rivier die van hoog naar laag stroomt. Op het hoge deel (B) start je en je eindigt op het laagste punt(A). Nu zijn ze heel slim geweest en hebben ze het hoge deel en het lage deel pal bij elkaar laten uitkomen. En op dat punt wordt je boot (E) via een soort lopende band (D) weer omhoog getakeld naar het hoge deel. Tussen het hoge en lage deel zit vaak een wateroverloop (C) om het overschot aan water in op te vangen en af te voeren.

A Ingang
B Uitgang
C Draaischijf
D Lopende band
E Boot
F Draaier
G Geleiders
H Rotsen
I Ribbels
J Deur
K Reservoir
L Takel
M Waterleiding
N Waterpompen
P Olifant
Q Waterval
R Sproeiers
S Fonteinen
T Waterpistolen

Dit figuur geeft aan hoe een wild water baan, eruit zou kunnen zien. Wat je ziet komt vaag overeen met de Pirana in de Efteling. Maar is het zeker niet.

Oké, je hebt voldoende moed bij elkaar gespaard en je wilt gaan varen. Je weet dat je flink nat kunt worden, maar je gaat er toch voor. Je stapt in bij puntje A. Je loopt over een bruggetje en komt vervolgens midden op de draaischuif uit. Mocht je je bedenken dan kun je via een ander bruggetje naar uitgang B.

(D) Lopende band

De draaischijf is een heel slim ding. De boten (E) komen eraan. Worden via de lopende band (D) tegen de schijf (C) aangedrukt. De lopende banden gaan precies even hard als de schijf. Als je nu op de schijf staat lijkt het alsof de boten stil voor je neus liggen. Je kunt dus makkelijk instappen, en je hoeft dus niet in een langs varende boot te duiken.

Als het goed is heb je dit snel gedaan want na ongeveer een half rondje, houdt de lopende band (D) op en gaat je reis beginnen. Of in ieder geval gaat de boot weg, of je er nu inzit of niet.

De boot waar je inzit, drijft op een lange rivier. Het water op de rivier stroomt van het hoogste punt, daar waar jij nu bent, tot het laagste punt, vlak voor de takel (L). Een paar krachtige waterpompen (N) zuigen het water weg uit het laagste punt en pompen het omhoog naar het hoogste punt. Als jij daar met je bootje langskomt voel je het al, het avontuur gaat beginnen.

De eerste opdoffer krijg je van een draaier (F). Dit is een soort ronde ton die continue ronddraait en ervoor zorgt dat de boten de goede kant op gaan. Omdat de boot een rubberen band heeft (zie boven) en deze tonnen van hout zijn, grijpen die twee goed in elkaar vast, en krijg je soms allerlei plotselinge bewegingen en draaiingen van je bootje.

Vanaf het startpunt en langs de ton, duiken we nu een lang stuk in. Hierin ga je hard een stuk rivier af, soms overdekt. Dan kom je op de 1e lagune. Een lagune is een breed stuk op de rivier. Je boot remt af totdat hij nog maar langzaam voort dobbert. Afhankelijk van allerlei dingen: wind, water, ander bootjes, hoeveel mensen er in jou bootje zitten en zelfs waar je zit in de boot, ga je sneller of langzamer, meer naar links of rechts.

Vaak zetten ze op dit soort plaatsen, grappige spuiten neer. Denk bijvoorbeeld aan een olifant (P) waar af en toe water uit zijn slurf kot om je nat te spuiten. Een grote waterval (Q) of een aantal stralen hoog uit een muur waar je onderdoor dobbert. Allen bedoeld om jou of je buurman in de boot nat te spuiten.

Als je dit avontuur nat of droog door bent gekomen wacht het echte werk: een stroomversnelling. Water stroomt van hoog naar laag. Gemakkelijk. Als het water veel ruimte heeft om te stromen gaat dit rustig en kalm. Denk bijvoorbeeld aan de Maas, Rijn of Schelde: dit zijn brede rivieren en het water stroomt er langzaam en kalm door van de bergen naar de zee. Maar als die hoeveelheid water opeens door een kleine smalle opening moet dan gaat dat met een hoop kabaal gepaard. Je moet hierbij denken aan: sneller stromen, meer golfen, hoop wit schuim enzovoort.

In de wildwaterbanen in pretparken hebben ze dit nu gebruikt om stroomversnellingen te maken. Vanaf een breed stuk is er maar een nauwe doorgang. Al het water moet hier doorheen. Dus dat is kolken, bruisen en golfen geblazen. En voor jou in je bootje (E) natuurlijk helemaal dolle pret.

Soms gebruiken ze nog andere dingen om het leven leuker te maken:
- de inmiddels bekende, draaiers (F) om je een extra zetje te geven
- enkele balken, boomstronken: geleiders (G) om je in goede banen te leiden.
- rotsen (H) op de juiste plaats neergelegd.

Genoeg nu over stroomversnellingen, nu nog die rare ribbels die je soms in het water ziet. Over de breedte van baan zie je dan een witter rand waar het water even iets omhoog lijkt te gaan en vervolgens naar beneden kolkt. Meestal niet veel. Een centimeter of 10, maar voldoende om het bootje (E) een beetje te laten overhellen. Voor-achter-voor-achter-voor-achter. Hierdoor kan er net een sloot water de boot inlopen.

Als je een aantal van deze ribbels achterelkaar zet krijg je een fantastisch stukje rivier (I). Een hele mooie hebben ze in Bellewaerde park in België.

Tot slot hebben we nog wat extra sfeermakers. Om te beginnen fonteinen(S), deze spuiten plots op, soms hard, soms zacht. En het nieuwste dat ik in Amerika heb gezien een soort 'waterpistolen'. Mensen aan de kant kunnen na inworp van wat muntgeld met de waterspuiten de mensen in de bootjes proberen nat te spuiten. Dubbele dolle pret dus!

Op het einde van de rivier zit een grote lopende band die de bootjes omhoog takelt, zodat je via de draaischijf weer veilig, maar vaak wel drijfnat aan wal kunnen gaan.

Vlak voor de lopende band zit dan nog een grote deur (J). Als deze openstaat is het mogelijk om bootjes vanuit de rivier naar de opvang vijver (K) te verplaatsen. De opvang vijver is een extra reservoir dat wordt gebruikt om zowel water als bootjes in op te slaan. Door de grote hoeveelheid water die erin kan, hebben regen buien en dagen met veel zon (Als er dus veel water verdampt) niet zoveel invloed op de hoogte van het water in de rivier. Ook wordt de opvang vijver gebruikt om bootjes die even niet gebruikt worden in op te slaan.

Even kijken ben ik nog iets vergeten? Oja, ondanks al dat water dat de boot inloopt, hoef je toch niet bang te zijn dat de boot volloopt en zinkt of zo. In de onderkant zitten kleine roostertjes (net als in de douche bak), hierdoor kan het water weglopen. De vloer van de cabine hangt net boven het water.

Alles om veilig te maken en te houden, tijdens deze doldwaze rondvaarten!