De locomotief is de machinekamer van de trein. Hier zit de motor, generatoren voor stroom, machines voor perslicht etc. Vanuit de locomotief lopen de leidingen naar de rest van de trein.

Op onderstaande afbeelding de prachtige 1201 in het Spoorwegmuseum. Deze loc is onderdeel van de NS 1200 serie.

In de figuur zijn een aantal leidingen en koppelingen aangegeven.

A/B/C/D zijn de luchtleidingen voor het remsysteem.

E is in ieder geval de stuurstroomleiding. Dit is een 1500V kabel voor de elektrische verwarming van de rijtuigen.

• B & D zijn de doorgaande treinleiding. Deze zijn standaard aanwezig op rollend materieel
• A & C zijn de hoofdreservoirleidingen.

Om zeker te weten, wat wat is, dient de kop van de slangen te worden bekeken. Is de kop glad, dan is deze van de doorgaande treinleiding.
Staat er in relief een kruis op, dan is de leiding voor de HR (10 bar).
Meestal staan de slangen voor de doorgaande treinleiding aan de binnenkant en die van de HR aan de buitenkant, maar dat is niet altijd het geval. Vandaar het kruis, zodat degene die koppelt zich niet kan vergissen.

Ook de positionering van de koppelmond maakt veel duidelijk. Links of rechts, gezien vanaf de trein. De hoofdreservoirleiding zit andersom als de treinleiding. Hierdoor is het niet mogelijk om een treinleiding op een hoofdreservoirleiding aan te sluiten.

De lage hoofdreservoirleiding is aangebracht toen in de rijtuigen deursluiting werd aangebracht, dus zeg maar vanaf de invoering van plan W.

De NS 1200-en hadden geen stuurstroom aansluiting.

In Belgie is een trein uit de revisie gekomen met de leidingen verkeerd gemonteerd. De trein kon met de rechtstreekse rem worden gestopt. De doorgaande treinleiding stond gevuld met 10 bar en kon dus niet worden gebruikt om te remmen.